Wageningen aan de Limes

de noordgrens van het Romeinse Rijk

In 2006 is er door de Historische Vereniging Oud-Wageningen in samenwerking met het museum De Casteelse Poort een lezingenserie georganiseerd, gewijd aan de betekenis van de Limes, de noordgrens van het Romeinse Rijk, voor de locatie Wageningen e.o.
Gedurende drie avonden werd in de Schouwburg Junushoff aan de hand van inleidingen door deskundigen over dit onderwerp gediscussieerd.

DE NOORD-ZUIDROUTE OVER WAGENINGEN

* Dr. R. Hulst, oud-provinciaal archeoloog Gelderland – De betekenis van de archeologische vindplaatsen langs de oude route van de ´holle weg´ in Wageningen naar de Noord-Veluwe.

* Prof. drs. J. Vervloet, hoogleraar Wageningen Universiteit – De historisch-geografische betekenis van deze route met aansluiting naar Nijmegen ten tijde van de Romeinen.

DE OOST-WESTROUTE OVER WAGENINGEN

* Dr. E. Stouthamer, fysisch-geografe, Universiteit Utrecht – De loop van de Rijn in onze streken ten tijde van het Romeinse Rijk.

* Dr. M. de Weerd, scheepsarcheoloog, oud-docent Archeologisch Centrum, Universiteit van Amsterdam – Romeinse scheepvaart op de Rijn; de economische en strategische betekenis daarvan voor de Romeinse legioenen.

HET KRUISPUNT WAGENINGEN

* Dr. R. Polak, directeur archeologisch centrum Auxilia, docent provinciale Romeinse archeologie, Radboud Universiteit Nijmegen – Romeinen rond Wageningen; conclusies uit lezingenreeks.

TOELICHTING
Ten tijde van het grote Romeinse Rijk gold de Rijn als de noordgrens. Dat is
een zo belangrijk historisch feit, dat wij zelfs nu nog regelmatig met
betrekking tot bepaalde cultuuraspecten onderscheid maken tussen het
gebied tenzuiden van de grote rivieren en het gebied ten noorden daarvan.

Gezien de huidige ligging van de stad Wageningen en op basis van wat nu
bekend is over de loop van de Rijn, kan gesteld worden dat deze locatie
geen deel heeft uitgemaakt van het Romeinse Rijk. De vraag is echter of
de Rijn, waar Wageningen zich eeuwen later langs de noordoever als
vestingstad zou gaan ontwikkelen, een harde scheidslijn is geweest
tussen de Romeinen en de volkeren ‘boven de grote rivieren’ of dat
de rivier meer als een diffuse grens moet worden beschouwd. In dat
laatste geval zal de invloed van de Romeinen op beide oevers merkbaar
zijn geweest, zeker als het ging om strategische plaatsen, zoals natuurlijke
hoogten of kwetsbare plaatsen in de rivier (ondieptes) of plaatsen die om
economische redenen van belangwaren, zoals verbindingswegen naar
het noorden.

Vanuit deze gezichtspunten valt er wel een en ander op te merken over de
directe omgeving van wat nu Wageningen heet.

* Ten oosten van de huidige stad eindigde de stuwwal van de Zuid-Veluwe.
Uitstroming van water, afkomstig van een bron op de Westberg, kan de nu
nog aanwezige Holleweg hebben opgeleverd. Deze weg mondde uit nabij
een doorwaadbare plaats in de Rijn, ter hoogte van het huidige Lexkesveer.
Waarschijnlijk is deze ondiepte (voorde) mede ontstaan door zandafvoer,
veroorzaakt door de stroming van twee beken ter hoogte van Renkum en
Doorwerth, enkele kilometers stroomopwaarts.

* Direct ten westen van de Holleweg bevond en bevindt zich een
natuurlijke hoogte, de Westberg.
Op de Westberg zijn veel Romeinse artefacten en
bouwmaterialen gevonden en aan de voet ervan, onder aan de Holleweg,
zelfs een Romeins dakpangraf. Recht tegenover de Westberg, aan de
zuidzijde van de rivier,bevond zich (waarschijnlijk) een versterking van
de Limes ter hoogte van het huidige Randwijk.

* De Holleweg vormde het meest zuidelijke gedeelte van een zeer oude
weg naar het noorden, in de richting van het huidige Harderwijk.
Deze weg lag over het algemeen op een hoogte van 12 meter boven NAP,
ongeveer de natuurlijke scheidslijn tussen nat en droog. Aan weerszijden
ervan was kleinschalige veeteelt en akkerbouw mogelijk.
Deze belangrijke noord-zuidverbinding stond later bekend als de Diedenweg
(‘weg van het volk’). Langs deze weg zijn talrijke Romeinse voorwerpen
gevonden. Ter hoogte van Wageningen is langs deze weg een eeuwenoud
grafveld ontdekt met eveneens vondsten, die als Romeins kunnen worden
beschouwd.

* Nijmegen, ongeveer 20 km ten zuidoosten van Wageningen, was in de
Romeinse tijd een zeer belangrijke versterking van de Romeinen; het
ontwikkelde zich rondom het begin van onze jaartelling reeds als stad.
Van daaruit werden ongetwijfeld verkennings- en strafexpedities
uitgevoerd om de volkeren ten noorden van de rivier te controleren en
in bedwang te houden. Aan de hand van een oude kaart
(zie Limes Atlas, 2005) kan blijken dat de Romeinse troepen de
rivier via de ondiepte bij Wageningen overstaken. In het verlengde daarvan
is van belang dat nabij Ermelo sporen zijn aangetroffen van een Romeinse
strafexpeditie. Ook die plaats lag langs de Diedenweg.

* Een kaart uit 200 leert ons dat de Rijn ter hoogte van de huidige stad
Wageningen een zijtak had, parallel aan de hoofdstroom. Deze zijtak liep
waarschijnlijk langs het huidige centrum van Wageningen. Hiervan zijn
nu nog sporen te zien. Het tegenwoordige Havenkanaal ligt waarschijnlijk
in de bedding van deze zijtak. De Hoogstraat is waarschijnlijk een oude
kade geweest. Deze straat ligt nog steeds hoger dan de omliggende straten.
Ongeveer een kilometer stroomafwaarts werden aan de zuidkant van de  
oude oeverwal van de Rijn (de huidige Nude) sporen van bewoning uit de
Romeinse tijd aangetroffen. In dit verband dient nog te worden opgemerkt
dat zich op de Westberg, eeuwen voordat Wageningen als vestingstad
werd gebouwd, een nederzetting (Oud Wageningen) heeft ontwikkeld.

Al met al moet de locatie van het tegenwoordige Wageningen, en dan in
het bijzonder de plek Westberg / Holleweg voor de Romeinen zowel
strategisch als economisch van aanmerkelijk belang zijn geweest.
Immers:
* er deed zich een natuurlijke hoogte voor, pal naast de rivier, van waaraf
het noorden perfect in de gaten kon worden gehouden (strategisch);
* er lag het begin-/eindpunt van een eeuwenoude landweg naar/van het
noorden (strategisch en/of economisch);
* er zat een ondiepte in de rivier (doorwaadbare plaats) met mogelijk
gevolgen voor de scheepvaart (strategisch en/of economisch).

ONDERZOEKSGEBIED
Uit het bovenstaande mag blijken dat de Westberg / Holleweg en de
wijdere omgeving daarvan (de huidige plaats Wageningen) zeer
interessante onderzoeksgebieden kunnen vormen voor alle
vakgebieden die zich bezig houden met de betekenis van de
Romeinen voor ons land. Tot nu toe is deze locatie in de
wetenschappelijke literatuur nog praktisch onbeschreven.
De Historische Vereniging Oud-Wageningen en het Wagenings Museum
De Casteelse Poort hebben in die situatie verandering willen brengen.
Zij gaan ervan uit dat zulke grote strategen als de Romeinen onmogelijk
blind kunnen zijn geweest voor de mogelijkheden die de locatie
Wageningen hun bood en dat er dus sprake moet zijn geweest van
Romeinse invloed op deze plek.
Die hypothese willen zij toetsen aan de nieuwste gegevens
uit de geologie, de archeologie en de geschiedwetenschap en waar nodig
en mogelijk willen zij proberen nieuw onderzoek te entameren.

Naar aanleiding van deze bijeenkomsten is er een boek verschenen
‘Wageningen aan de Limes’  van de auteur Leo Klep.
Uitverkocht / in te zien op het Documentatiecentrum

Terug naar Wageningen…