Maandag 15 november 2010, aanvang 20.00 uur.
Het andere Wageningen. Een historisch-geografische verkenning van Brakel, Dolder, Leeuwen en De Peppeld.
ir. L.J. Keunen
Veel aandacht gaat in Wageningen momenteel uit naar de historie van de binnenstad. Terecht ook, want in 2013 vieren we 750 jaar stadsrechten die Wageningen op 12 juni 1263 van de toenmalige graaf van Gelre ontving. Dat is een geschiedenis waarmee Wageningen zich onderscheidt van grote buren als Veenendaal en Ede en waar we trots op mogen zijn.
Er is echter ook een ander Wageningen, dat veel minder herkenbaar is en waarvan veel is verdwenen. Nog tot na de Tweede Wereldoorlog werd Wageningen gekenmerkt door een serie van kleine gehuchtjes, gelegen op de overgang van de graslanden van het Binnenveld en de akkers op de eng. Brakel, Dolder, Leeuwen en De Peppeld zullen namen zijn die de meeste Wageningers wel op de één of andere manier kennen, al was het maar van de Brakelseweg, Dolderstraat en Leeuwenborch.
Dit cultuurlandschap, dat in de loop van meer dan duizend jaar was ontstaan, stopte niet bij de gemeentegrens. Langs de hele westelijke Veluwezoom – ook in de gemeente Ede – vonden we dergelijke gehuchtjes op de grens van twee totaal verschillende cultuurlandschappen. Het dorp Bennekom was één daarvan. De verstedelijking in de 20e eeuw zorgde er echter voor, dat nieuwe bebouwing zich uitbreidde ten koste van oude, en de agrarische functie van het gebied verdween. We kennen nu de eng en het Binnenveld, maar de historische overgang tussen beide is zowel in Wageningen als in Ede vrijwel compleet verstedelijkt. Alleen in Doesburg en Hoekelum is het eeuwenoude landschap nog in meerdere of mindere mate herkenbaar.
In deze lezing belichten we een aantal interessante thema’s uit de geschiedenis van de Wageningse buurtschappen, historisch-geografisch bekeken. We gaan in op de wildgraaf en de sporen die daarvan nu nog zichtbaar zijn, en laten ons licht schijnen op de geschiedenis van de Stenen Kamer, een markante boerderij langs de Churchillweg die nu, meer dan 55 jaar na de sloop, nog steeds tot de verbeelding spreekt. De Stenen Kamer zal geplaatst worden in de context van de historische ontwikkeling van de buurtschap Dolder. Ook gaan we op zoek naar sporen van het verdwenen landschap van buurtschappen in de huidige bebouwde kom, en kijken we hoe de historie van het gebied aanknopingspunten biedt voor en beleefbaar kan worden gemaakt bij ontwikkelingen in de toekomst.
*
Lezing op maandag 20 september door Daan Viergever en Ed Jansen in de Vredehorst, Tarthorst 1, Wageningen.
De strijd in de Betuwe in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog.
Wat gebeurde er aan de overkant?
Nadat in september 1944 Operatie Market Garden niet het verwachte eindresultaat opleverde en de laatste Britse Airbornes uit hun Oosterbeekse perimeter werden teruggetrokken, werd de Neder Rijn de grenslijn tussen het nog bezette noorden en het door de geallieerden bevrijde deel van de Betuwe, in het oosten begrensd door de lijn Driel-Elst-Bemmel-Haalderen, in het westen door de lijn Dodewaard-Opheusden.
Voor het Duitse opperbevel was de aanwezigheid van dit geallieerde bruggenhoofd en niet te vergeten het verlies van de bruggen in Nijmegen, een reden om een aantal aanvallen te doen op deze geallieerde posities. Daarmee werd het betreffende deel van de Betuwe frontgebied en strijdtoneel. De sector lag voortdurend onder granaatvuur vanaf de Veluwezoom, terwijl de geallieerde artillerie zich ook niet onbetuigd liet met tegenvuur. Rond onder andere Randwijk en Opheusden werd slag geleverd door Engelse en Amerikaanse infanterie om de Duitse aanvallen tot staan te brengen. De nog aanwezige burgerbevolking zocht aanvankelijk een goed heenkomen in de iets veiligere dorpen als Zetten, Andelst en Herveld. ’s Nachts werd in kelders geslapen.
Evacuaties werden later in gang gezet naar Noord-Brabant en België. Begin december bliezen de Duitsers de Rijndijk tussen Driel en Elden op. waardoor de Betuwe onder water kwam te staan.
Toen rond de jaarwisseling het waterpeil zakte, laaiden de gevechten weer op. Nu met name rond Hemmen en Zetten. Begin februari steeg het Rijnpijl weer en liep de streek opnieuw onder water.
Voorjaar 1945 vonden in de maand april de laatste gevechten plaats.
Op 5 mei werd in Wageningen de Duitse capitulatie beklonken. Toen de bevolking eind mei, begin juni in de Betuwe terugkeerde, trof men een desolate, verwoeste en soms bijna onherkenbare leefomgeving aan.
*
Lezing op maandag 19 april 2010 door de heer C. Pepplinkhuizen in de Vredehorst, Tarthorst 1, Wageningen.
DE VREDE VAN WAGENINGEN
Hotel De Wereld, 5 mei 1945
De geallieerden zijn nooit van plan geweest om Nederland te bevrijden. Ons land was voor hen slechts “opmarsgebied” op weg naar Berlijn. Dat gold ook voor Montgomery, die met “Arnhem” de wedren naar Berlijn hoopte te kunnen winnen. Deze operatie werd echter een rampspoedige mislukking, die voor ons land, door de stagnerende voedselvoorziening, tot een humanitaire ramp van ongekende afmetingen dreigde uit de groeien.
Het duurde vrij lang voordat de ernst van de situatie doordrong tot het geallieerde opperbevel. Er kwam eigenlijk pas schot in de zaak in april 1945, toen een voorstel van Rijkscommissaris Seyss Inquart om Nederland te “neutraliseren” en op deze manier voedselhulp mogelijk te maken, na lange omwegen tenslotte tot de voedselbesprekingen van Achterveld leidde. Deze besprekingen werden, met de eveneens noodzakelijke militaire bijeenkomsten, begin mei voortgezet in Wageningen. Daar werd men op 4 mei 1945 verrast door de capitulatie van de Duitse legers in Noordwest Duitsland.
Deze capitulatie, die op de Lüneburger heide door Montgomery in ontvangst werd genomen, was een militaire deelcapitulatie van een legergroep ten velde, die op de lagere niveaus van leger, legercorps of divisie gevolgd moest worden door afzonderlijke overgavebesprekingen om de zaak verder militair af te wikkelen. Hiertoe waren standaardformulieren beschikbaar, die uiteraard ook op de bijeenkomst van 5 mei in Hotel De Wereld, tussen de Canadese generaal Foulkes en de Duitse generaal Blaskowitz, werden gebruikt. De ondertekening werd nog een dag uitgesteld, hetgeen op zondag 6 mei, na een verwarrende reeks van gebeurtenissen, tenslotte een nogal low profile ondertekening tot gevolg had in een boerderijtje in De Nude.
*
Lezing op maandag 15 februari 2010 in het kerkelijk centrum Vredehorst, Tarthorst 1, Wageningen door mevr. C. Peen.
Archeologie In Wageningen
Hoe gaat het archeologisch onderzoek vandaag de dag in zijn werk? Wie zijn daar bij betrokken? Welke eisen worden gesteld en welke methoden worden gebruikt? En hoe worden archeologische onderzoeksresultaten aan een groter publiek bekend gemaakt?
Op dit soort vragen gaat Charlotte Peen in tijdens haar lezing. Zij zal uitgebreid vertellen over de resultaten die de verschillende archeologische onderzoeken in Wageningen de laatste jaren hebben opgeleverd en wat zij hebben bijgedragen aan de kennisvorming over Wageningen van de Steentijd tot en met de 20e eeuw.
Charlotte Peen was in de periode september 2005 tot en met december 2009 als stadsarcheoloog werkzaam bij de gemeente Wageningen. Vanuit die achtergrond zal zij ook ingaan op beleidsmatige aspecten; de manier waarop de gemeente Wageningen rekening probeert te houden met belangrijke archeologische resten in de grond, om te voorkomen dat zij ongezien en ongedocumenteerd worden weggegraven bij nieuwbouw.
Terug naar Lezingen jaargangen