De tram van Wageningen naar Ede

W.J.P. Steenbergen       

In 1845 werd de spoorweg Amsterdam – Utrecht – Arnhem geopend. Deze werd echter aangelegd over Ede, een kilometer of 7 van Wageningen vandaan. Na veel plannenmakerij kwam er in 1880 een aanbod van de Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij (NRS), de maatschappij die de spoorlijn van Amsterdam naar Arnhem en verder naar Duitsland exploiteerde en in eigendom had, om een stoomtramweg te bouwen van Ede naar Wageningen. De gemeente Wageningen zou de kosten van de aanleg en de gebouwen betalen en werd eigenaar van de lijn, terwijl de NRS voor het rollend materieel zou zorgen. Er werden ook afspraken gemaakt over de verdeling van de opbrengst.  
De lijn werd aangelegd in de berm of de rijbaan vanaf Station Ede, via Bennekom, over de Grintweg, Bennekomseweg, Grintweg (thans Churchillweg).
     

Tram Wageningen-Ede Wissel V omstreeks 1882

Het einde van de lijn was een emplacement op de plaats waar thans de Stadsbrink is. Er kwamen een station (aan de huidige Stationsstraat), een locomotievenloods en een rijtuigenloods. Op 1 februari 1882 was de officiële opening.
De locomotieven waren aanvankelijk vierkante tramlocomotieven, merk Merryweather. Er waren vier- en twee-assige rijtuigen van de fabrieken Herbrand en Beijnes. 
In 1890 werd de NRS overgenomen door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS), die ook voor de exploitatie ging zorgdragen. In 1892 werd het eigendom van de lijn ook overgenomen door de SS. In 1907 kwam er een nieuw stationsgebouw.    

Tram vertrekt vanaf station Ede omstreeks 1930

In de 20-er jaren van de 20e eeuw kwamen er grotere locomotieven op deze tramlijn te rijden. Over het algemeen waren dit kleine spoorlocomotieven (achterstandlocs, d.w.z. dat de machinist achter de ketel stond). Het waren locs uit de series 6500, 6800, 6900, en 8100; alle locomotieven van de SS. Zij werden voorzien van tram stoot- en trekwerk. Tramwagens hadden nl. in tegenstelling tot spoorwegmaterieel een middenbuffer. Omdat er onderweg door de ligging van de lijn, in de rijbaan of in de berm, veel gebeld moest worden ontstond al gauw de naam ‘Bello’.
In 1937 werd het personenvervoer tussen Ede en Wageningen gestaakt. Het personenvervoer werd overgenomen door de WEBO-busmaatschappij.
Teneinde de naam Wageningen te bewaren, werd het spoorstation vanaf die tijd ‘Ede-Wageningen’ genaamd.
Het goederenvervoer bleef doorgaan. Al snel kwamen er diesellocs om de spoorgoederenwagens te trekken. Kleine locs, uit de serie 200/300, ‘sik’ genoemd en grotere uit de serie 2400. Inmiddels was de SS opgegaan in de Nederlandse Spoorwegen (NS).
In 1954 kwam er een nieuw eindpunt achter de mouterij aan de Grintweg. Hier kwamen vier sporen langs een losweg, een goederenloods en kolenopslagplaatsen.
Het restant van de lijn naar de Stationsstraat werd opgeheven. In 1959 werd het station gesloopt.     

Station Wageningen 1907-1959

De loc- en rijtuigloodsen waren na 1937 reeds gesloopt. Op de plaats van het vroegere emplacement werd de Stadsbrink aangelegd.
In 1968 werd de tramlijn helemaal opgeheven. Met nog een allerlaatste rit op 28 september voor reüniegangers van de Landbouwhogeschool onder het motto ‘Gijsdrift 68’ werd het vervoer gestaakt.   

   

Laatste rit BELLO in 1968

In het jaar daarop werd de lijn opgebroken.
Thans is er niets meer te zien van de voormalige tramlijn.   

  

Bronnen: Steenbergen, W.J.P.: Wielen naar Wageningen; Pirola 1990    

Terug naar verhalen